Actueel

Impressie van ons congres “Naar een nieuw Amsterdams peil”

Voor iedereen die erbij was, en voor iedereen die er graag bij had willen zijn: hierbij een impressie van ons congres “Naar een nieuw Amsterdams peil” van afgelopen vrijdag 20 april.

‘Samen werken aan de zorg van straks’ was het thema dat als een rode draad door de inleidingen, masterclasses en werkplaatsen liep. Alle presentaties van alle inleiders hebben we verzameld in een aparte dropbox.

Opening door Eelco Damen, voorzitter bestuur Ben Sajet Centrum
De langdurige zorg bevindt zich in een fase waarin nieuwe antwoorden moeten worden gegeven op een veranderen vraag van ouderen en mensen met een beperking. Voor die nieuwe antwoorden is het cruciaal dat onderzoek, zorgpraktijk en onderwijs elkaar opzoeken. Een nieuwe en niet vrijblijvende verbinding aangaan. Wij kunnen niet zonder elkaar. Maar die verbinding is niet vanzelfsprekend. Dat moet je organiseren. Dat is het doel van het Ben Sajet Centrum. Dat is ook het doel van deze dag.

Een nieuwe kijk op kwaliteit
Prof. dr. Jan Kremer, hoogleraar Patiëntgerichte Innovatie, Radboudumc en voorzitter Kwaliteitsraad Zorginstituut Nederland
Iedereen is voor goede zorg. Maar wat is dat eigenlijk en hoe beoordeel je dat? Wij komen van een oud begrip van kwaliteit, waarin elke professie dat zelf definieerde, daarop volgde een streven naar meetbare gegevens en objectieve uniforme kwaliteit en inmiddels ontdekken we dat er meer nodig is dan dat. Wij gaan naar een nieuw begrip van kwaliteit waarin kwaliteit veel meer dynamisch wordt opgevat, waarin meerdere perspectieven een rol spelen en waarin hart en ziel van cliënten en professionals een vaste plaats hebben.

Met andere woorden leren weer centraal stellen in het kwaliteitsbegrip. Bouwstenen hierbij zijn:

  • Kompas van gedeelde waarden, zoals solidariteit, autonomie en pluriformiteit
  • Vage doelen voor ruimte voor creativiteit, morele debat en lerende cultuur.
  • Meerdere kennisbronnen, naast evidence, ook big data, lokale data, leerervaringen en verhalen van mensen
  • Verschillende mensen: patiënten, studenten, zorgverleners, betalers en burgers
  • Governance op het leren, niet zo zeer op het resultaat.

 

Jan Kremer illustreert de nieuwe kwaliteit op fraaie wijze – zie onderstaand plaatje – aan de hand van het werk van Ben Sajet.

Liefdevolle Zorg en Leefplezier: Mickey Mouse de Ideale Partner
Ruth Feigenbaum, psychoanalytisch psychotherapeut, spreekt als zus van een cliënt die bij Ons Tweede Thuis woont. Zij liet zich voor haar inleiding inspireren door de Els Borstlezing van prof. dr. Joris Slaats van de Leyden Academy. Zij stelt de vraag centraal hoe je “de ander” echt tot uitgangspunt kunt nemen als je nadenkt over de kwaliteit van zorg en sluit hiermee mooi aan op de inleiding van Jan Kremer. Ruth Feigenbaum schetst fraai de echte wereld van professioneel handelen waarin de Mickey Mouse van haar zus bij het grofvuil belandt, terwijl dat toch niet echt de bedoeling was.

Identiteitsontwikkelingen in de grote stad: over sociale pijn en culturele boulimia
Drs. Iliass El Hadioui, socioloog, wetenschappelijk docent Sociologie, Erasmus Universiteit Rotterdam en onderzoeksleider afdeling Sociologie, Vrije Universiteit Amsterdam. In een bevlogen betoog schetst Iliass de leefwereld van leerlingen met een migratie-achtergrond in het beroepsonderwijs. Zij hebben te maken met wat Iliass culturele meerstemmigheid noemt (zie onderstaande afbeelding).

Hij schetst een beeld van een samenleving die leidt aan culturele ‘boulimia’ en zich overeet aan een idee van eigen identiteit en dat probeert op te leggen aan mensen met een migratie-achtergrond. Zoals het gaat met boulimia eindigt dat in uitspuwen. Iliass pleit voor een veel sterker besef van de meerwaarde die mensen hebben met een bi-culturele bagage. Hun taalvaardigheid, vermogen om te schakelen tussen verschillende werelden – het zijn assetts waarvan het tijd wordt dat we ze leren benutten

Een nieuwe fase in de zorg voor mensen met dementie
Prof. dr. Anne-Mei The, bijzonder hoogleraar Langdurige Zorg en Dementie, Universiteit van Amsterdam
Het inzicht groeit dat voor een goede zorg voor mensen met dementie meer nodig is dan zorg vanuit vooral een medisch perspectief. Anne-Mei The is al lange tijd pleitbezorgster van een bredere benadering, waar naast de medische aspecten, ook de sociale en psychische aspecten de aandacht verdienen die zij verdienen. Zij muntte voor dat perspectief het begrip: “de sociale benadering van dementie”. Met die benadering is in Friesland ervaring opgedaan. Maar nu is de tijd gekomen om ook in Amsterdam deze nieuwe benadering van dementie handen en voeten te geven.

De sociale benadering van dementie krijgt ook landelijk steeds meer aandacht. Onlangs is dor de Tweede Kamer de motie Bergkamp aangenomen waarin Zorgkantoren worden aangemoedigd om experimenten met de sociale benadering van dementie te bevorderen. Anne-Mei The wil dit doen door in een aantal delen van het land zogenaamde social trials uit te voeren. Doel is een verschuiving te bewerkstelligen van verpleeghuiszorg in de laatste fase van dementie naar effectieve interventies in een veel eerder stadium van de ziekte. Door te investeren in de ondersteuning cliënten en direct betrokkenen kan duurdere zorg in een latere fase worden uitgesteld. Ook in Amsterdam zal in een aantal buurten, waaronder Buitenveldert, met deze social trials worden gestart.

De toekomst van de acute ouderenzorg in Amsterdam
Prof. dr. Bianca Buurman, hoogleraar Acute Ouderenzorg, Academisch Medisch Centrum
Ouderen die een acuut beroep doen op zorg worden vaak op een vergelijkbare wijze benaderd als mensen in een jeugdiger levensfase. Ondanks alle goede bedoelingen varen ouderen daar niet wel bij. Dit komt omdat die acute ouderenzorg onvoldoende aansluit op hun levensfase en de beperkingen die dit met zich mee brengt. Bianca Buurman, recent benoemd als hoogleraar Acute Ouderenzorg, schets hoe het in Amsterdam beter kan. Met als vertrekpunt een dag op de ambulance in Amsterdam. Bianca Buurman schets allereerst de omvang van het vraagstuk.

Bij deze ontwikkeling kunnen een aantal vragen worden gesteld.

  • Is acuut wel echt acuut?
  • Medisch, sociaal of zorgprobleem?
  • Zetten we op de juiste zorg in?
  • Wie voert gesprek over behandelwensen?

 

Om tot een andere benadering is het van belang beter inzicht te hebben in het verloop van acute ziekte bij ouderen. In het verlengde hiervan gaat het om Inzicht in ziektepresentatie. De vraag van oudere is hierbij leidend. Het sociaal, psychisch & medisch domein hangen sterk samen.

Voor de ontwikkeling van de acute ouderenzorg is het van belang om te komen tot een evidence-informed beleid: toepassen wat effectief is, onderzoek naar kennishiaten en nieuw ontwikkelen en testen interventies.

De professional: het hart van de zorgvernieuwing
prof. dr. Robert-Jan Simons, emeritus hoogleraar Universiteit van Utrecht
Innoveren is leren. Leren van de praktijk. Maar ook leren van nieuwe inzichten. Dit vraagt om een lerende professional. Maar wat verstaan wij eigenlijk onder een professional en in het bijzonder een lerende professional. Robert-Jan Simons beantwoordt deze vragen samen met vier professionals en de zaal – onderstaande tabel geeft de steekwoorden die het verschil maken.

Kenmerken professional Kenmerken lerende professional
  1. (over-)enthousiaste beroepsbeoefenaar
  2. Deugdzame rebel
  3. Omgevallen boekenkast
  4. Vakman / -vrouw
  5. Erkend expert op deelgebied
  6. Betrokken bij vakverenigingen
  7. Onafhankelijke denker
  8. Gerespecteerd deskundige
  1. Leven lang leerder
  2. Dilemmazoeker
  3. Nieuwsgierig onderzoeker
  4. Leren met de poten in de klei
  5. Wordt ergens steeds beter in
  6. Grenzeloze netwerker
  7. Zelfgestuurd leren en werken
  8. Draagt bij aan de professie

Zorgvernieuwing als leerproces: de uitdaging voor het beroepsonderwijs
drs. Ronald Wilcke, lid Raad van Bestuur ROC van Amsterdam
De professionals van straks worden in belangrijke mate opgeleid aan MBO- en HBO opleidingen. Maar op welke wijze kunnen wij de verbinding tussen beroepsonderwijs en zorgpraktijk versterken. Dit vraagt om nieuwe manieren van leren: in een andere context. Ronald Wilcke schetst een beeld van de meest recente ontwikkelingen in het beroepsonderwijs. Die ontwikkelingen bieden kansen, maar stellen ook eisen aan opleiders en zorgorganisaties.

MBO opgeleide medewerkers vormen het hart van de Nederlandse economie of het nu gaat om industrie, dienstverlening, zorg of onderwijs. Het MBO onderwijs zet in op een ontwikkeling om een leeromgeving te realiseren die de basis legt voor een professionele ontwikkeling, in een uitdagende context en die aansluit bij de leerstrategieën van MBO leerlingen. Steeds vaker vindt dat leren plaats in de praktijk zelf, bij en in nauwe samenwerking met zorgaanbieders. Dit krijgt in Amsterdam vorm door de ontwikkeling van het Gildeleren en Fieldlabs. Belangrijke voorwaarde hierbij is dat die praktijk ook echt hoogwaardig en vernieuwend is.

De staat van het lokaal sociaal contract: Uitdagingen in zorg en zekerheid
Prof. dr. Kim Putters directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau
De zorg kan het niet alleen. Het opvangen van de vergrijzing en de integratie en participatie van mensen met een beperking is een verantwoordelijkheid van de samenleving als geheel. En in het bijzonder van onze eigen lokale samenleving. Maar hoe staat die lokale samenleving er eigenlijk voor? Over welke hulpbronnen kunnen ouderen en mensen met een beperking een beroep doen? Waarvoor nemen wij als naaste, buurman of buurvrouw, buurtgenoot verantwoordelijkheid? En wat is de opgave voor de lokale overheid?

Kim Putters ziet vijf maatschappelijke trends.

  • Er komen zowel meer vitale als kwetsbare ouderen. Langer thuis is een breed gedragen doel, maar kent belemmeringen.
  • Er is sprake van steeds meer informele hulp, maar het aantal mensen dat informele hulp biedt neemt op termijn af. Deze ontwikkeling stelt grenzen aan wat de politiek van de samenleving mag verwachten.
  • Het aantal mensen met een arbeidsbeperking blijft achter. Het aantal mensen met een arbeidshandicap dat werkt, is de afgelopen tien jaar met 15% gedaald.
  • Er is sprake van groeiende regionale verschillen tussen het westen van het land en delen van Nederland waar sprake is van “krimp”
  • Complexiteit van de samenleving neemt toe: Het klassieke onderscheid tussen “Haves” en “Have nots” wordt vervangen door de “Cans” en “Can nots”.

Deze ontwikkelingen vragen om een nieuw “sociaal contract” tussen burgers en lokale overheid – zie zijn figuur die de thema’s benoemt die dan aan de orde komen.

Masterclasses

Masterclass: Alleen wonen doe je samen
In Amsterdam neemt het aantal alleenstaande ouderen in een kwetsbare positie toe. Hoe herkennen en benaderen we de mensen onder hen die met een hulpvraag leven? Waar draait het om in hun dagelijks leven? In deze masterclass vertellen we over actuele ontwikkelingen inzake integrale samenwerking rond alleenstaande en kwetsbare ouderen in Amsterdam. Vervolgens gaan we in op de leefwereld van mensen met dementie die thuis wonen. Dat doen we aan de hand van onderzoek van een antropologe en van een dementie (wijk)verpleegkundige, en een film die gemaakt is door een kleindochter en een filmmaker. We laten zien dat ook in situaties waar sprake lijkt van alleen zijn, vaak betekenisvolle sociale relaties aanwezig zijn. Hoe kom je daar als professional achter? En kunnen we alleenstaanden in een kwetsbare positie beter ondersteunen als we oog voor dit soort sociale verbanden ontwikkelen?

Masterclass: Participatie en ervaringsdeskundigheid
“Participatie” of ‘meedoen’ is zo’n beetje het kernbegrip in de transities die zich in de afgelopen jaren in de gezondheidszorg en het sociaal domein hebben voorgedaan. Meestal wordt dit ingevuld als ‘meedoen in de samenleving en erbij horen’ en krijgt dit vorm door het stimuleren van werk (ook vrijwilligerswerk), onderwijs en vrijetijdsbesteding door mensen met een beperking. Er is ook een andere vorm van ‘meedoen’: het mede betrokken zijn bij beslissingen over beleid en voorzieningenaanbod door juist diegenen voor wie beleid en voorzieningen zijn bedoeld. Al in de jaren ’80 van de vorige eeuw organiseerden de ouderen zich in ouderenbonden en ouderenadviesraden om gezamenlijk een vuist te maken en zo mee te kunnen nadenken en besluiten over wat voor hen werd beslist en gerealiseerd. In de werelden van de geestelijke gezondheidszorg en zorg voor mensen met een verstandelijke beperking deden zich vergelijkbare ontwikkelingen voor, maar deze traden langere tijd minder op de voorgrond.

Toch is langzaam maar zeker de waarde van ervaringsdeskundigheid in de inrichting van nieuwe voorzieningen in juist deze sectoren van zorg en ondersteuning doorgedrongen. En dus lijkt het anno 2018 niet meer mogelijk om zorgvernieuwingen te realiseren zonder (vertegenwoordigers van) de direct belanghebbenden bij de ontwikkeling ervan te betrekken. Toch is inzet van ervaringsdeskundigheid van mensen met ggz-achtergrond of een verstandelijke beperking nog lang niet altijd vanzelfsprekend.

Werkplaatsen

1:  Leerlingen leren in de praktijk
Het beroepsonderwijs maakt een ingrijpende vernieuwing door. Onderdeel hiervan is dat leerlingen veel eerder en veel intensiever bij de zorg worden betrokken. Uit het klaslokaal, leren in en van de zorg. Op verschillende plaatsen is hiermee ervaring opgedaan. Amsta en ROC Amsterdam doen ervaring op met het zogenoemde Gildeleren. Cordaan en ROC Amsterdam ontwikkelen de fieldlabs. In deze werkplaats werd een enthousiaste impressie gegeven van de huidige ervaringen met dit leren in de praktijk.

2: De professional als expert
Goede zorg vraagt om degelijke inhoudelijke kennis. Daarom maken organisaties zich sterk om de expertise rondom specifieke vraagstukken of doelgroepen te bundelen en te borgen. Een aantal organisaties ontwikkelt expertisegroepen van medewerkers die zich in een bepaald aspect van de zorg verdiepen. Bij een aantal organisaties worden expertisecentra ontwikkeld waar kennis en ervaring wordt gebundeld, bijvoorbeeld rondom Korsakov, dementie, geriatrische revalidatie of de zorg voor mensen met een lichte verstandelijke beperking. Weer anderen spreken liever van een expertisenetwerk. Tijd om met elkaar de opgedane ervaringen te delen. Welke vormen van expertise-ontwikkeling zijn effectief en maken het verschil? Wat zijn de uitdagingen en kansen om vakinhoudelijke knowhow te vergroten en een vaste plaats te geven in de praktijk van alle dag?

In de twee werkplaatsen is vastgesteld dat de verbinding tussen onderzoek (Universiteiten, Hogescholen en kenniscentra) en de zorgprofessional nog verbetering behoeft. Het zou waardevol zijn als de vertegenwoordigers van de genoemde instellingen (Universiteiten, Hogescholen en kenniscentra) voorafgaande aan de start van onderzoek meer contact zoeken met de zorgprofessional. Wat houdt hen bezig? Wat zijn (actuele) knellende thema’s in de zorgverlening? Van de zorgprofessional mag iets meer nieuwsgierigheid naar nieuwe ontwikkelingen en veranderende cliëntperspectieven verwacht worden. De verschillen in gebruikte taal van de onderzoeker (beleid, abstracties) en de zorgprofessional (concreet, casusgericht) kan interactie tussen de twee groepen belemmeren. De bezoekers van het congres ‘Naar een nieuw Amsterdams Peil’ illustreren per saldo de kloof tussen de zorgprofessional en de onderzoeker / expert. Hoeveel zorgprofessionals waren aanwezig? Is de taal op het congres niet vooral die van de academisch dan wel Hbo-niveau opgeleide medewerker? Is / voelt de Mbo-opgeleide medewerkers zich hier vertegenwoordigd? We moeten ons meer inspannen om verbinder (vertalers) te zoeken tussen het onderzoeksniveau en de werkvloer! Verworven expertise wordt vertaald naar concrete, casusgerichte leerinterventies. Medewerkers die als loopbaanstap kiezen voor een opleidersrol zijn bij uitstek geschikt om inhoud aan deze verbinding te geven.

3:  Excellente zorg als veranderstrategie 
De allerbeste zorg en begeleiding leveren aan een kwetsbare doelgroep; veel zorgmedewerkers en behandelaren delen deze ambitie. Maar hoe doe je dat in de dagelijkse praktijk van de langdurige zorg? Hoe kun je naast de dagelijkse zorgverlening, je expertise vergroten en de nieuwste (wetenschappelijke) inzichten toepassen in het behandel- en begeleidingsaanbod? Zorgmedewerkers en behandelaren van het expertisecentrum Korsakov van Amsta hebben deze ambitie omgezet in een concreet ontwikkeltraject. Hoe geven zij dit praktisch vorm, en wat kunnen we hiervan leren voor de eigen praktijk? Welke resultaten worden geboekt en wat zijn de succesfactoren? Tijdens deze werkplaats wordt op deze ontwikkeling ingezoomd.
We wisten niet dat Amsta zoveel expertise had op deze bijzondere doelgroep (Korsakov) en het delen van kennis hierover binnen de regio is heel waardevol.” We hebben deelnemers niet alleen kunnen informeren maar ook kunnen inspireren, en het delen van kennis en expertise helpt dan enorm

4: Technologie als verbinding tussen thuis, thuiszorg en ziekenhuis 
De zorg verschuift van ziekenhuis naar huis. Nog steeds wordt de ligduur na behandeling in een ziekenhuis korter. Steeds meer technologische ontwikkelingen maken het mogelijk om patiënten thuis te volgen. Dit geldt in het bijzonder voor ouderen met chronische aandoeningen. De monitoring vindt plaats vanuit het ziekenhuis, in nauwe samenwerking met de thuiszorg. Om dit proces te ondersteunen ontwikkelen het OLVG en Cordaan de ‘Virtual Ward’ ontwikkeld. In deze werkplaats lichten we het concept van de Virtual Ward toe en kijken we de mogelijkheden van deze nieuwe ontwikkeling en de gevolgen voor de zorg.

“Wat we komende jaren moeten doen om acute zorgvragen bij thuiswonende kwetsbare ouderen voor een groot deel te voorkomen?  Het is al vaak gezegd, maar voor deze problematiek essentieel: We moeten in de dagelijkse praktijk nog meer over schotten heen gaan werken. We doen het immers allemaal voor dezelfde patiënt!”

5: Lifestyle monitoring: thuis met andere ogen 
Technologie is één van de opties die kwetsbare ouderen in staat kan stellen om langer prettig en veilig zelfstandig te blijven wonen. Op een aantal plaatsen in ons land – waaronder Amsterdam – wordt hiermee ervaring opgedaan. In deze werkplaats lichten we het systeem van lifestyle monitoring toe en delen we ervaringen. Met elkaar gaan we na wat de toepassingsmogelijkheden en –grenzen zijn.
Tijdens de workshop zijn de voor en nadelen van het inzetten van leefstijlmonitoring bij alleen wonende dementerende in Amsterdam besproken. Op een interactieve manier hebben we dit met de groep besproken. Hieruit kwamen zowel de voor en nadelen van het inzetten van technologie thuis ter sprake, de persoonlijke meningen zorgden voor goede twee goede sessies. Met de algemene conclusie dat leefstijlmonitoring kan bijdrage bij het langer zelfstandig thuis wonen van deze kwetsbare groep Amsterdammers.

6:  School of care: de sociale benadering van dementie in de praktijk
Het inzicht groeit dat wanneer je professionals uit ‘hun’ praktijk haalt, naar een klaslokaal brengt en hen vertelt hoe het beter kan, dit tot beperkte en in de tijd begrensde resultaten leidt. Deze constatering is aanleiding om nieuwe vormen van leren in en van de praktijk te ontwikkelen. Een voorbeeld hiervan is de School of Care. Hierin staat de door prof. dr. Anne-Mei The ontwikkelde sociale benadering van dementie centraal. In deze werkplaats gingen de deelnemers zelf aan de slag met deze manier van leren en maakten zo kennis met de sociale benadering van dementie.

7:  Wat kan technologie doen voor mensen met een verstandelijke beperking? 
Technologie valt niet meer weg te denken uit de zorg en heeft mensen met een verstandelijke beperking veel te bieden. Ook de Vrije Universiteit Amsterdam, Ons Tweede Thuis, Bartiméus en Cordaan, in samenwerking met o.a. Hogeschool van Amsterdam en ROC van Amsterdam, investeren in de ontwikkeling van nieuwe technologische toepassingen. Sociale relaties zijn belangrijk voor ieder mens. Ze zijn alleen niet voor iedereen vanzelfsprekend, zoals voor mensen met een verstandelijke beperking. Technologie kan dan behulpzaam zijn. De partners zetten projecten op waarin sociale relaties met behulp van technologie worden bevorderd. In deze werkplaats staan er drie centraal: de Hi Sense App, de checklist Aansluiten & Stimuleren en de serious game ‘Jij & Ik’. Centrale vragen in deze werkplaats: Wat zijn de ervaringen tot nu toe? Hoe kan technologie de kwaliteit van het bestaan van mensen vergroten? Hoe kunnen zorgverleners technologie inzetten in hun dagelijks werk?

‘Bij dit project is het fijn dat ik zeker weet dat de serious game echt bedoeld is voor ons en niet voor de game-ontwikkelaars of de wetenschappers. Er wordt echt goed naar ons geluisterd en we zijn samen een goed team. (Mark Meekel, co-onderzoeker  project  Sociale relaties & ICT, met name betrokken bij de ontwikkeling van de serious game ‘Jij & Ik’).

8: Een grotere rol voor ervaringsdeskundigen in de zorg 
In de gehandicaptenzorg wordt op veel plaatsen ervaringen opgedaan met de inzet van ervaringsdeskundigen in de zorg. Deze inzet blijkt van grote waarde. In de ouderenzorg wordt slechts beperkt gebruik gemaakt van deze bron van professionaliteit. In de werkplaats wordt de rol van ervaringsdeskundigen nader verkend.

De werkplaats over de rol van ervaringsdeskundige leverde mooie inspirerende gesprekken en ontdekkingen op. Zo waren er deelnemers die zeiden: ‘Ik zou op mijn werk cliënten in contact willen brengen met ervaringsdeskundigen, hoe doe ik dat?’ ‘Het gaat erom tijd te nemen om te luisteren naar de ervaringen van een ander, ieder mens heeft ervaringen.’

Tijdens het congres zei een begeleidster: Ik ben al weer een tijdje klaar met mijn afstudeeronderzoek voor mijn opleiding. Nu merk ik weer hoe inspirerend onderzoek kan zijn!

9:  Meer op eigen benen in de etnisch diverse samenleving 
Participatie en integratie zijn ook kernthema’s in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Maar hoe geven jongeren met deze beperking zelf vorm aan sociale relaties? Hoe lossen zij problemen op? Wat helpt hen? Wat betekent dit voor onze begeleiding? De dagelijkse leefwereld van deze jongvolwassenen is vaak complex, en zo ook de zorgpraktijk. Concrete casuïstiek helpt om dit inzichtelijk en hanteerbaar te maken voor zowel zorgverleners als cliënten en hun netwerken.

10: In gesprek over de laatste levensfase
Hoe kijk je tegen je laatste levensfase aan? Dit is een onderwerp dat in het gesprek met de huisarts, specialist ouderengeneeskundige en (wijk)verpleegkundige niet gemakkelijk op gang komt. Wat zou je nog willen doen? Wat vind je hierin belangrijk? Welke keuzes zou je maken? Hoe kijk je aan tegen de zorg die je misschien nodig hebt? Als onderdeel van Beter Oud in Amsterdam is nagegaan hoe je als huisarts dit soort gesprekken beter kunt voeren. En dat kan. De opgedane ervaringen zijn voor iedereen die hiermee te maken krijgt belangrijk.

11: Innovatielab Ouderenzorg
Veel vernieuwingen in de zorg komen tot stand door vanuit het eigen zorgperspectief naar nieuwe oplossingen te zoeken. Minder vaak wordt gebruik gemaakt van een benadering waarbij vertegenwoordigers uit verschillende sectoren hun kennis en ervaring bij elkaar brengen om voor de zorg relevante vraagstukken te doordenken en met nieuwe en vernieuwende inzichten te komen. Deze werkplaats beproefde deze methode met de deelnemers naar analogie van het Innovatielab dat het Ben Sajet Centrum samen met Adviesbureau Van der Bunt heeft opgezet.

Veelgezochte pagina’s