Crises en (tijdelijke) opnames hebben veel impact op de levenskwaliteit van mensen die thuis zorg ontvangen. Het is de vraag of een crisisopname altijd nodig is. Soms zijn alternatieven mogelijk in de thuissituatie. Als voorkomen kan worden dat het thuis uit de hand loopt, dan bespaart dit mogelijk onnodig leed en (zorg)kosten.
Een superdiverse stad als Amsterdam kent daarbij haar eigen uitdagingen: veel mensen wonen alleen, bijna de helft van de inwoners heeft een migratieachtergrond, en de ongelijkheid naar inkomen en opleiding is relatief groot. In het programma ‘De crisis voor zijn’ onderzoeken we het ontstaan én het voorkomen van crisissituaties bij mensen met een kwetsbare thuissituatie in de grote stad. Bijvoorbeeld als er sprake is van dementie of een verstandelijke beperking. We richten ons daarbij vooral op de afstemming tussen professionals en de informele ondersteuning thuis. Kan verbeterde afstemming bijdragen aan het voorkomen (of anders: het ‘verzachten’) van crisissituaties? En hoe bereik je dit in de superdiverse stad?