Dagbesteding voor thuiswonende ouderen kan veel toegevoegde waarde hebben: voor de cliënt, de mantelzorger, maar ook voor de maatschappij. Maar hoe breng je doel en uitkomst van dagbesteding voor ouderen in kaart? Tijdens de Ben Sajet werkplaats op 27 september geeft een diverse groep van geïnteresseerden (teamleiders dagbesteding, managers, beleidsmedewerkers van de gemeente en onderzoekers van de VU) voorbeelden van de opbrengsten van dagbesteding die zij tegenkomen in hun werkzaamheden.
Bekijk hier het beeldverslag van de bijeenkomst:
Uit het ‘Goed Besteed’ onderzoek van Karen van Leeuwen, postdoc onderzoeker bij de afdeling Gezondheidswetenschappen van de VU, kwamen tijdens interviews met cliënten, mantelzorgers en zorgprofessionals al veel van deze verschillende opbrengsten naar voren: cliënten voelen zich onder andere weer waardevol, worden vrolijker, zorgen beter voor zichzelf en ervaren steun aan elkaar. Mantelzorgers ervaren minder druk en belasting van ‘het zorgen’ en komen weer aan andere dingen toe. Volgens de deelnemers aan de werkplaats zijn opbrengsten daarnaast o.a. dat (specifieke vormen, bijv. ontmoetingscentra dementie) dagbesteding mensen het gevoel kan geven ergens bij te horen, ze zien het vaak als ‘onze club’. Zelfredzaamheid en zelfvertrouwen vergroten is een belangrijk doel. Voor mensen met dementie kan dagbesteding stemmingsontregelingen verminderen en kan dagbesteding hen het gevoel geven dat ze worden erkend zoals ze zijn.
Deze positieve ervaringen komen echter niet terug in de kwantitatieve data-analyse van het Goed Besteed project, waarin een groep ouderen die een jaar lang naar dagbesteding is gegaan vergeleken is met een groep die niet naar dagbesteding is gegaan (met behulp van gegevens uit de TOPICS-MDS database, waarin alle Nationaal Programma Ouderenzorg onderzoeksprojecten zijn opgenomen). De groep deelnemers bespreekt mogelijke verklaringen voor het verschil in uitkomsten tussen de persoonlijke ervaringen en de data-analyse. Eén van de mogelijke verklaringen is dat de vragenlijsten die gebruikt zijn niet geschikt zijn om de opbrengsten van dagbesteding goed in kaart te brengen.
Na de koffiepauze geeft Miriam van Loon, promovendus bij de afdeling Metamedica van het VU Medisch Centrum een presentatie over het ASCOT-NL project. Binnen dit project wordt een Nederlandse versie van de Adult Social Care Outcomes Toolkit (ASCOT) ontwikkeld. De originele ASCOT is in Engeland ontwikkeld om de uitkomsten van de social care sector in kaart te brengen. Het ASCOT-NL team zag mogelijkheden om dit instrument te gebruiken om zorg voor kwetsbare ouderen in kaart te evalueren. Miriam vertelt dat zij kritisch hebben gekeken naar de filosofische basis van het instrument, en op basis van literatuuronderzoek naar kwaliteit van leven vanuit het perspectief van thuiswonende ouderen een aantal domeinen hebben toegevoegd. Het instrument kan flexibel ingezet worden (met keuze voor toevoegen van domeinen afhankelijk van doel en setting).
In gesprek met de deelnemers worden toepassingsmogelijkheden van de ASCOT-NL verkend. Eén van de deelnemers vult aan dat er ook speciale kwaliteit van leven instrumenten zijn voor mensen met dementie, deze kunnen echter niet voor economische evaluaties gebruikt worden of voor ouderen in het algemeen. De ASCOT is een mooie aanvulling op deze instrumenten. Het wordt waarschijnlijk steeds belangrijker om de waarde van dagbesteding aan te kunnen tonen. Huidige cliënttevredenheidsonderzoeken lijken hierbij niet heel nuttig te zijn. De deelnemers vertellen dat zij veel meer inzicht krijgen met behulp van persoonlijke gesprekken of evaluaties in een groepsgesprek. Een ASCOT zou dan bijvoorbeeld wel gebruikt kunnen worden om belangrijke kwaliteit van leven domeinen op de gespreksagenda te zetten.
Wil je op de hoogte blijven van onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van ASCOT-NL? Neem contact op met de onderzoekers via: m.loon@vumc.nl