“Waarom zou een MBO-er wetenschappelijk onderzoek doen?’’ vraagt de kersverse practor bij het ROC van Amsterdam, Flip Derks, zich af in zijn onlangs uitgesproeken practorale rede. Onderzoek is meer dan het verzamelen van gegevens: het is een zorgvuldig plan waarbij systematische observatie, een passende methode en toetsbare conclusies centraal staan, aldus Derks. Het omvat het opstellen van een helder plan waarin je vastlegt welke vragen je wilt beantwoorden en hoe je dat gaat doen, of het nu via interviews, data-analyse of experimentele benaderingen is. Bovendien is openheid essentieel: deel wat je hebt gedaan en hoe je tot je conclusies bent gekomen, zodat je onderzoek aansluit op wat er al bekend is en een fundament biedt voor verder onderzoek. Waarom zou MBO studenten dat niet boeien?
Derks ziet drie drijvende krachten in het nieuwe practoraat: de studenten, de docenten en de praktijk. Studenten tonen vaak enthousiasme voor onderzoek als zij de kans krijgen om kritisch te zijn, te begrijpen en innovatieve oplossingen te bedenken. Docenten willen studenten uitdagen en een brug slaan tussen theorie en praktijk. En de praktijk – met haar enorme uitdagingen in de zorg en welzijn – profiteert van de frisse blik en verantwoordelijkheid van mbo’ers.
Daarom is Derks een groot pleitbezorger van het omarmen van wetenschappelijk onderzoek door mbo-ers. Niet alleen levert dit waardevolle inzichten op, maar het stimuleert ook samenhang tussen mbo, hbo en wo, wat de kwaliteit en impact van het gezamenlijke onderwijs aanzienlijk vergroot.
De gehele rede is op LinkedIn te bekijken.
Door Petra Boersma, Caroline van Dullemen en Iris Derks
