Evaluatie van de inzet van de sociale benadering bij Brentano – door Caroline van Dullemen
“Ik kom van het begin al fluitend naar mijn werk,” zegt een van de leefondersteuners in de Amstelveense zorginstelling Brentano. De organisatie heeft sinds februari 2024 de sociale benadering geïmplementeerd bij de verzorging van bewoners met dementie. In het onderzoek “Van zorg naar leven voor ouderen” evalueert dr. Caroline van Dullemen in hoeverre dit is gelukt.
De sociale benadering streeft naar een verschuiving van traditionele zorg naar meer aandacht voor het welzijn van ouderen met dementie. Deze benadering focust op het zien van de individuele mens – met zingeving, sociale relaties en identiteit – in plaats van uitsluitend op de ziekte. Deze transitie van zorg naar meer welzijn, wordt gerealiseerd door de inzet van zogenaamde leefondersteuners. Dit zijn zij-instromers zonder traditionele zorgachtergrond die na een korte opleiding basiszorgvaardigheden en de sociale benadering onder de knie krijgen. Brentano is een pilot gestart met twee teams (Jan Steen en Paulus Potter) waarin gemengde teams samenwerken om de kwaliteit van leven van de bewoners als ook van de medewerkers te optimaliseren.
De onderzoeksvraag richt zich dan ook op de invloed van deze sociale benadering en het werken in een integraal team op het welbevinden van de bewoners. Daarbij worden de ervaringen van medewerkers, teamleiders en familieleden onderzocht, om kritische succesfactoren en knelpunten te identificeren.
De methodologie omvat een kwalitatieve aanpak: in de periode van november tot december 2024 werden met in totaal 21 betrokkenen interviews, focusgroepen en individuele gesprekken gehouden. Deze gelaagde benadering leverde een rijk beeld van de ervaringen op de werkvloer. Een belangrijk aspect van het onderzoek was de toepassing van de Relational Coordination Theory, die stelt dat gedeelde doelen, kennis en wederzijds respect cruciaal zijn voor effectieve communicatie en samenwerking. Tevens werd de theorie van de sociale benadering gebruikt, die de nadruk legt op betekenisvolle relaties, zingeving en emotionele veiligheid.
Uit de resultaten blijkt dat de implementatie van de sociale benadering de samenwerking binnen teams aanzienlijk heeft verbeterd. Medewerkers ervaren dat de introductie van leefondersteuners als “een frisse wind” wordt gezien en dat hun aanwezigheid leidt tot meer flexibiliteit in de zorg. Uit de gesprekken die Van Dullemen heeft gevoerd, blijkt dat de sociale benadering een positief effect heeft op de werksfeer en op de motivatie van de medewerkers. Daarnaast wordt de aandacht voor de persoonlijke voorkeuren van de bewoners als zeer waardevol ervaren. Familieleden merken op dat de nieuwe benadering leidt tot meer betrokkenheid van de bewoners. “Mijn moeder doet nu overal aan mee, terwijl ze thuis niets wilde doen” , zegt de dochter van een bewoonster. Hierdoor ontstaat een warmere en meer mensgerichte zorg.
Tegelijkertijd zijn er uitdagingen, met name op het gebied van werkdruk, onduidelijkheden in taakverdeling en de integratie van flexwerkers. In het rapport worden daarom een aantal aanbevelingen gedaan. Ten eerste moet de begeleiding van bewoners met ver gevorderde dementie worden verbeterd. Daarnaast is het cruciaal de werkdruk te verlagen: door logistieke taken te verminderen en roosters te optimaliseren, komt er meer tijd voor bewoners en kan verzuim worden teruggedrongen.
Ook moet bij de werving duidelijk worden dat leefondersteuners een wezenlijk deel van de dagelijkse (ADL)-taken uitvoeren. Dat kan vervroegd uittreden tegengaan. Bij de start van nieuwe teams kan eerst teambuilding plaatsvinden, waarna de sociale benadering wordt geïntroduceerd. Om de samenwerking te versterken, wordt geadviseerd om regelmatige reflectiesessies te organiseren. Deze sessies bieden teams de kans om samen terug te blikken op de werkdag en eventuele spanningen, zoals die rond eventuele roosterwijzigingen, te bespreken.
Verder is het verbeteren van de communicatie met familieleden essentieel. Dit kan door gestructureerde overlegmomenten, bijvoorbeeld eens per zes weken, en door digitale tools beter toegankelijk te maken. Tot slot is het van belang de sociale benadering organisatiebreed te verankeren, zodat het management en de teams gezamenlijk zorgen voor een effectieve en duurzame implementatie van de nieuwe werkwijze.
De resultaten van de evaluatie laten zien dat met de introductie van de sociale benadering een stevige basis is gelegd voor een positieve zorgcultuur waarin bewoners, familieleden én medewerkers zich gezien, gehoord en gekoesterd voelen.