Actueel

Nieuws van de HVA: Lectorenplatform Informele Zorg

In de discussies over de langdurige zorg kan het maar niet genoeg onder de aandacht worden gebracht: het grootste deel van de totale zorg in Nederland wordt gegeven door familieleden, vrienden en bekenden. In beleidsdebatten gaat het dan vaak over mantelzorgers, in de praktijk van vooral zorg voor mensen met een (verstandelijke) beperking of psychische kwetsbaarheid wordt meestal de term ‘naasten’ gehanteerd.

Naast deze, niet zelden langdurige en intensieve vorm van informele (want niet in het kader van een beroep gegeven) zorg kennen we in Nederland ook een rijke traditie aan vrijwillige inzet en sociale steun. ‘Vrijwillige inzet’ kenmerkt zich door het georganiseerde karakter, vanuit vrijwilligersorganisaties als (bijvoorbeeld) Het Rode Kruis of Humanitas of juist vanuit zorgaanbieders, die over een eigen groep vrijwilligers kan beschikken. Bij sociale steun gaat het veelal om een licht en vaak ad hoc ondersteuningsaanbod zoals hulp van buren, wijk- of dorpsgenoten bij lichtere zorgvragen.

In de meeste gevallen komen de informele hulpverleners in contact met professionals. Wie dat zijn, welke achtergrond zij hebben is afhankelijk van de ernst en de aanleiding voor de zorgvraag. Opvallend genoeg krijgen deze professionals in hun opleiding niet tot nauwelijks mee dat zij in hun werk in aanraking gaan komen met informele hulpverleners en weten zij daarom vaak ook niet hoe zij het beste met hen kunnen samenwerken. Hierdoor ontstaan niet zelden spanningen tussen de informele en de professionele zorgverleners, wat ten koste gaat van de kwaliteit van zorg (en dus van leven) én niet zelden bijdraagt aan de ervaren belasting van mantelzorgers, vrijwilligers, etc enerzijds en van de professionals anderzijds.

Deze spanningen zijn te voorkomen en zeker nu opnieuw/nog steeds betoogd wordt dat de inzet van professionele zorg verminderd kan worden door een groter beroep te doen op de informele hulpverlening is aandacht voor een betere samenwerking en afstemming tussen de informele en professionele zorg van groot belang. Dit is de reden geweest dat zes lectoren, werkzaam bij verschillende hogescholen in Nederland én afkomstig uit zowel de werelden van de verpleging verzorging als van het sociaal werk, zich hebben verenigd in het landelijke Lectorenplatform Informele Zorg – LPIZ (zie ook LinkedIn Lectorenplatform Informele zorg).

De Hogeschool van Amsterdam, samenwerkingspartner van het Ben Sajet Centrum, is goed vertegenwoordigd met de deelname van twee lectoraten, vanuit zowel Faculteit Gezondheid (Patient en familieparticipatie in de klinische zorg) als Faculteit Maatschappij en Recht (Langdurige zorg en ondersteuning). Vanuit dit laatste lectoraat (LZO) wordt intensief samengewerkt met andere samenwerkingspartners als Cordaan, Amstelring en Amsta waar het gaat om het versterken van de ondersteuning van de informele zorg binnen het zogenoemde “Lerend netwerk informele zorg”.

Ook is vanuit LZO een aanvraag ingediend voor een Comenius beurs voor het bevorderen van interprofessionele samenwerking (tussen verpleegkundigen, paramedici en sociaal werkers) in de ondersteuning van mantelzorgers. Hiervoor kon worden voortgebouwd op de uitkomsten van het promotieonderzoek van LZO onderzoeker en docent SW Yvette Wittenberg. De beurs wordt ook benut voor samenwerking met de andere lectoraten binnen het Lectorenplatform Informele Zorg, zodat de opbrengsten in meer opleidingen in Nederland benut kunnen worden.

Het Lectorenplatform Informele Zorg is verder gesprekken gestart met diverse hoogleraren die ‘informele zorg’ als aandachtsgebied hebben; drie hiervan zijn verbonden aan de Vrije Universiteit en ook op hun beurt weer verbonden aan Ben Sajet Centrum, bijvoorbeeld in het onderzoek naar ongelijkheid en de samenwerking tussen beroepskrachten, naasten en bewonersinitiatieven in zorg en welzijn.

Door Rick Kwekkeboom, lector Langdurige Zorg en Ondersteuning aan de Hogeschool van Amsterdam

Veelgezochte pagina’s