Actueel

Het Menno Simonszhuis als sociaal knooppunt voor de buurt

In de eerste helft van 2023 was onderzoeker Josje Schut regelmatig te vinden in het Menno Simonszhuis in Buitenveldert. Gedurende 6 maanden deed zij daar onderzoek in het kader van het project Campus voor het Leven. Met dit project beoogden verschillende partijen om meer samenhang aan te brengen in de ondersteuning en zorg voor ouderen in Buitenveldert. Een café annex inloop, het spreekuur van het Buurtteam en de dagbesteding: in het Menno Simonszhuis komt een hoop samen. Zo hopen de initiatiefnemers dat ouderen beter in staat zijn een vitaal, betekenisvol leven te leiden in hun vertrouwde omgeving. Maar wat houden de ambities van het project precies in en hoe verlopen die in de praktijk? 

Een ‘sociaal knooppunt voor de buurt’ is wat het Menno Simonszhuis moet worden, als het aan samenwerkingspartijen Zonnehuisgroep Amsterdam, Dynamo, Buurtteam Buitenveldert, Zorg voor Zuid en Werkgroep Ouderenvriendelijk Buitenveldert ligt. Een plek ‘voor iedereen’, ongeacht leeftijd. En een plek waar voor zowel vitale als kwetsbaarder ouderen aansluitende activiteiten te vinden zijn, en waar de samenwerking tussen de verschillende zorg- en welzijnspartijen bijdraagt aan betere ondersteuning. In de praktijk zijn daar inderdaad prille voorbeelden van te zien. “Zeker richting het einde van de onderzoeksperiode zagen we dat vaker de verbinding werd gelegd tussen de ontmoetings-, ondersteunings- en zorgfunctie op het Menno. Zo verwezen Dynamo medewerkers bij vragen over zorg en ondersteuning makkelijker naar het spreekuur van het buurtteam en vonden buurtbewoners via het spreekuur aansluiting bij andere activiteiten van Dynamo, zoals de koffieochtend”, zegt onderzoeker Josje Schut.

‘Voor iedereen’ is lastig
Maar deze nieuwe opzet biedt ook uitdagingen. Zo wordt het Menno Simonsz nog niet door iedereen in de buurt gevonden. Onderzoeker Josje Schut: “Wat we merkten is dat bij veel mensen het beeld van een ‘bejaardentehuis’ met de plek vervlochten is. Dat maakt de drempel om naar binnen te stappen voor sommige vitale ouderen een stuk hoger:  voor hen is het een confrontatie met een mogelijk naderende  levensfase”. Terwijl het Menno Simonshuis naast zorg dus ook een ontmoetings- en ondersteuningsfunctie heeft. Ook als buurtbewoners wel de stap zetten, leidt dat niet direct tot het mengen van vitale en meer kwetsbare bezoekers, zoals de partijen dat voor ogen hebben. Waar voor sommigen ‘te veel zorg’ het mengen in de weg zit, gaat het voor anderen om ‘te veel onrust’ wat hen weerhoudt om te mengen.

Investeren in relaties
Het onderzoek laat daarnaast zien dat succesvolle samenwerking tussen de zorg- en welzijnspartijen wordt onderkend, maar dat het in praktijk geen onderdeel is van het dagelijks werk: ‘het wordt als snel als extra gezien’. Om de juiste ondersteuning te kunnen bieden moeten verschillende partijen weten wat ze aan elkaar hebben en elkaar vinden om bezoekers door te verwijzen. “We zagen toch vaak dat goede samenwerking het resultaat is van de inzet van individuen, maar dat dit niet altijd een vaste plek krijgt in ieders dagelijks werk. Als één van die personen dan vertrekt, is het lastig die goede samenwerking vol te houden”, aldus Josje Schut. Structurele investering in relaties tussen de medewerkers van de verschillende partijen is daarom belangrijk. Als aanbeveling volgt dat de zorg- en welzijnspartijen binnen hun eigen organisatie dienen te kijken hoe hier meer op kan worden aangestuurd, zodat medewerkers het afstemmen en samenwerken als vast onderdeel van hun werk gaan zien. Zo kunnen de verschillende functies elkaar ook daadwerkelijk versterken.   

Het onderzoek bij het Menno Simonszhuis leidde tot 7 kernbevindingen èn 7 praktische aanbevelingen die in deze publicatie te lezen zijn.  

Veelgezochte pagina’s